De ingreep

Bij een hersenstam implantatie (ABI = Auditory Brainstem Implant) wordt een ABI ingebracht in de eerste gehoorkernen in plaats van in het slakkenhuis (zoals bij cochleaire implantatie).  Deze ingreep gebeurt onder volledige narcose en vergt enkele dagen hospitalisatie.  Achter de schermen is er dan ook heel wat organisatie nodig om alles vlot en veilig te laten verlopen.  Uw medewerking is daarbij nodig en het is belangrijk dat u goed geïnformeerd bent. 

 
De ingreep vindt plaats in het Academisch Ziekenhuis te Maastricht door het team onder leiding van Prof Stokroos (met oa. Dr. Jan Brokx, klinisch fysicus audioloog, Drs. Els Gelders, audioloog, Mevr. Angélique Oligschläger, logopedist).  Omdat het een zeldzame ingreep is, verandert de informatie voortdurend, zodat de informatie op deze site heel beperkt gehouden is.  Wij zullen u de meest recente en aan uw situatie aangepaste informatie geven op de voorbereidende raadplegingen.
 
Een hersenstam inplant
Een hersenstam inplant (ABI) is een electronisch apparaat dat het gehoor gedeeltelijk herstelt bij dove volwassenen en kinderen. Het interne deel is bijna identiek aan een cochleair implant en wordt tijdens een heelkundige ingreep in de hersenstam geplaatst, in de nabijheid van de gehoorkernen. Samen met een uitwendige spraakprocessor en oorhanger kan het geheel functioneren. Er worden kleine stroompjes gegeven in de nabijheid van de gehoorkern. Deze kern zendt de informatie door naar de hersenen die ervoor zorgen dat het geheel als geluid herkend wordt.
 
Inwendig deel van de Nucleus® ABI. De inwendige spoel ontvangt de informatie van
de uitwendige spoel. Het titatnium doosje bevat de microchip met de stroombronnen.  De electrode is nu 
een schijfje ipv de gekrulde electrode van een CI en bevat eveneens 22 electrode-contactjes.
 
Een hersenstam inplant is maar nuttig voor een heel beperkt aantal dove mensen, namelijk degenen die geen slakkenhuis of geen gehoorzenuw hebben.  Deze mensen kunnen namelijk niet geholpen worden met een cochleaire inplant.  De afwezigheid van slakkenhuis of zenuw kan aangeboren zijn maar het kan ook het gevolg zijn van een chirurgische verwijdering.  Dit laatste gebeurt bij patiënten met neurofibromatose type II.
 
De ingreep
Omdat de ingreep zo zeldzaam is, wordt hij maar in enkele centra in Europa uitgevoerd.  Daardoor zijn er in die centra toch voldoende aantallen om ervaring en expertise op te bouwen.  De oorgroep werkt samen met het Universitair Ziekenhuis van Maastricht waar Prof Dr Stokroos de implantatie uitvoert.
 
Net zoals bij cochleaire implantatie doet de oorgroep de selectie en de aanvraag bij de mutualiteit.  De ingreep vindt plaats in Maastricht en de afregeling en de postoperatieve evaluaties gebeuren terug in de oorgroep.
 
Aangezien de techniciteit van de ingreep nog vaak kleine wijzigingen en verbeteringen ondergaat, worden de details van de ingreep best met de chirurg zelf besproken.
 
 
Verwachtingen met een hersenstam inplant
De auditieve resultaten van een ABI zijn minder goed dan van een CI.  Samenvattend zijn volgende verwachtingen realistisch:
 
  • Detectie/waarnemen van medium en harde omgevingsgeluiden, het is onduidelijk in welke mate geluiden worden onderscheiden
  • Detectie/waarnemen van gesproken taal op normaal spreekniveau
  • Beperkte verbeterde herkenning van omgevingsgeluiden
  • Verbeterde waarneming van ritme en volume waardoor ondersteuning bij liplezen. (85%)
  • Een klein percentage kent ook verbetering in spraakverstaan zonder liplezen (5-10%)
 
DUS er is in het algemeen een vooruitgang in het HOREN van geluiden, maar slechts beperkt  in het VERSTAAN van spraak. 
 
Bovendien:
 
  • in 92% van de gevallen zijn er neveneffecten bij de eerste afregeling van het ABI (vb. tintelingen in armen, benen, drukgevoel). 
  • 10 % van de geïmplanteerden zijn niet stimuleerbaar > dus geen winst.
 
 
Revalidatie na een hersenstam implantatie
  • De eerste afregeling van het ABI heeft 4 – 6 weken na de operatie plaats (afhankelijk van herstel)
  • De eerste afregeling(en) zijn vrij intensief (duur: enkele uren)
  • Voor iedere elektrode moet het minimum en maximum stimulatieniveau worden bepaald.
  • Sommige elektrodes zullen voor neveneffecten zorgen (sensorische prikkels vb. tintelingen). Deze elektrodes worden uitgeschakeld. >> Tijdens de eerste afregeling wordt een hartmonitor gebruikt.
  • Voor iedere elektrode wordt bepaald of er neveneffecten optreden en hoe sterk deze mag gestimuleerd worden.
 
 
Gemiddeld kunnen 9-10 elektrodes (van de 21 elektrodes) gebruikt worden.

 

 

A§E - Otocube - Audiqueen - Accolado - FOX

De oorgroep is actief betrokken bij de R&D van Otoconsult. Het gaat om onderzoek en ontwikkeling van medische software en hardware. Zo werkt de oorgroep actief mee aan de wereldwijde kwaliteitsverbetering van de klinische otologie en audiologie.

Lees verder

Cochleaire Implantatie

De oorgroep is internationaal leidinggevend in cochleaire implantatie, cochleaire en andere oorimplantaten. Selectie, implantatie, afregeling van het 'cochleair implantaat', research en ontwikkeling. Maak gerust een afspraak voor al uw vragen.

Lees verder